De ommuurde tuin

Er was eens een jonkvrouw. Ze woonde in een kasteel met een
slotgracht en ophaalpoort. In het midden van het kasteel bevond zich een
ommuurde tuin. De ommuurde tuin had een complexe indeling en prachtige planten.
Er waren heerlijk geurende rozen in allerlei kleuren, wuivende lavendelaren, prachtig
bloeiende grootbloemige hortensia’s, een mooi biljartlakengroen gazon in de zon
en natuurlijk ook dakplatanen voor schaduw en verschillende hagen voor de
structuur van de tuin. In het hart van de tuin bevond zich een vuurplaats met
een zitje. De tuin was de trots van de jonkvrouw. Ze verpoosde er graag samen
met haar geliefde en haar kinderen en nodigde ook graag familie en vrienden uit
om met haar en haar gezin van de tuin te genieten.

De kinderen groeiden op en verlieten het kasteel. De geliefde
ging op reis en keerde niet meer terug. Familie en vrienden bleven nog wel
komen, maar kwamen minder vaak dan voorheen. De jonkvrouw zorgde nog wel voor
haar prachtige ommuurde tuin, maar met minder aandacht en liefde dan zij
voorheen had gedaan. De tuin raakte overwoekerd. Er kwam mos in het gras, de
rozen werden niet gesnoeid en kregen grote doornen en de prachtige hortensia’s
kregen in de zomer niet genoeg water waardoor ze verdorden. De vuurplaats werd
steeds minder gebruikt totdat deze er maar verloren en vergeten bij lag. De
jonkvrouw liet de ophaalbrug omlaag en de poorten van haar kasteel op een
kiertje. Soms klopte een edelman aan de poort en kwam een kijkje in de tuin
nemen, maar niemand bleef lang, bang voor de doornen en de trieste aanblik van
het bemoste gras en de verdorde hortensia’s.

Op een dag kwam er een verteller aan de poort. Hij zocht een
plaats om uit te rusten en zich te verwarmen. De jonkvrouw bood de verteller
een plaats in haar ommuurde tuin, bij de vuurplaats, aan. De verteller maakte
dankbaar gebruik van het aanbod. Naar mate de tijd verstreek begon de verteller
de jonkvrouw te vertellen over zijn avonturen. Zo waren er avonden waarop de
verteller een vuurtje maakte en de jonkvrouw vermaakte met zijn belevenissen
buiten het kasteel. Ook hielp hij de jonkvrouw met het zware werk in de tuin.
De rozen werden gesnoeid en van hun doornen ontdaan. Het mos in het gras werd
bestreden. De hortensia’s kregen weer water in de zomer. De jonkvrouw had weer
meer aandacht voor haar ommuurde tuin.

Gestaag werkte de jonkvrouw aan het herstel van haar
prachtige ommuurde tuin. Sommige planten bleken niet meer te redden en moesten
plaats maken voor nieuwe planten. De jonkvrouw plantte sneeuwklokjes.
Sneeuwklokjes komen elk jaar weer terug en zijn dan ook elk jaar weer het
eerste teken dat de lente in aantocht is. De structuur van de ommuurde tuin was
sterk en de bomen en hagen gezond en krachtig. Binnen de aanwezige structuren
ontstonden door liefde en toewijding nieuwe, prachtig bloeiende, borders.

De verteller had zijn avonturen met de jonkvrouw gedeeld en
was uitgerust, opgewarmd en klaar om verder te trekken en nieuwe avonturen te
beleven. De ommuurde tuin van de jonkvrouw was door de verrichte arbeid weer in
kracht en pracht hersteld. De rozen geurden weer, de lavendel bloeide weer en
het gras was vrij van mos. Er was ruimte om van de zon te genieten en ook om de
schaduw op te zoeken. Voor de kille avonden lag er hout klaar om op de
vuurplaats een vuurtje mee te maken.

Dankbaar voor de gedeelde warme avonden en de vertelde
belevenissen nam de jonkvrouw afscheid van de verteller en wenste hem prachtige
nieuwe avonturen toe.

De trotse jonkvrouw heeft haar ommuurde tuin geopend voor
een nieuwe geliefde die niet bang is voor vieze handen of doornige rozen.
Iemand die begrijpt dat gras belucht en bemest moet worden om mooi groen te
blijven, dat rozen gesnoeid moeten worden om tot volle bloei te kunnen komen en
dat hortensia’s water nodig hebben om niet te verdrogen.

Moraal van het verhaal: Liefde vraagt ruimte, aandacht en
toewijding. Verliefd worden is meestal niet zo moeilijk. De liefde in stand
houden des te meer. Liefde heeft ruimte nodig om te kunnen ontstaan. Met een
gesloten hart is het niet mogelijk om iemand toe te laten dat hart lief te
hebben. Het is nodig om de ophaalbrug omlaag te doen en de poorten naar je hart
open te zetten om iemand toe te laten. Wanneer je iemand tot je hart toegelaten
hebt, is het belangrijk dat pijn van het verleden geheeld is, dat er vertrouwen
is in de toekomst.

Wanneer je nog worstelt met de doornen van niet gesnoeide
rozen, met pijn van verbroken relaties, is er geen ruimte voor een nieuwe
geliefde, hoe graag je dat ook zou willen. Je kan niet volstaan met het
neerlaten van de ophaalbrug en het openzetten van de deuren van je hart, je zal
ook de door het verleden ontstane belemmeringen; gebrek aan vertrouwen, angst
om niet genoeg te zijn, niet mooi genoeg, niet lief genoeg, niet slank genoeg
of wat dan ook, aan de kant moeten zetten. Pas wanneer je jezelf volledig kan omarmen,
met alle imperfecties, en afscheid hebt genomen van je verleden, pas dan is er
ruimte voor een allesomvattende nieuwe liefde. Het verleden is dan daar waar
het hoort, in het verleden. De toekomst ligt voor je, als een blanco bladzijde,
klaar om beschreven te worden…


Twitter Facebook LinkedIn Volgen


De ommuurde tuin

Samen het verschil maken!

I have a dream

Er ligt een man aan mijn voeten!

God is a DJ!

Zomertijd